Een architect wil een goede trap ontwerpen. Hij gebruikt daarvoor de formule: `2` `*` optrede `+` aantrede `=` paslengte.
Hij gaat uit van een paslengte van `70` cm. Voor de optrede wil hij `16` cm nemen. Vult hij deze gegevens in de formule in, dan krijgt hij de vergelijking: `32` `+` aantrede `=` `70` . Hij kan dus als aantrede nemen: aantrede `=70 -32 =38` cm. Op deze manier heeft hij de vergelijking opgelost. Het getal `38` maakt de vergelijking kloppend: `32 +38 =70` .
Je leert in dit onderwerp:
systematisch vergelijkingen met één variabele oplossen met al bekende oplossingsmethoden;
vergelijkingen oplossen met de grafische rekenmachine.
Voorkennis:
werken met variabelen (met "letters" );
eenvoudige algebraïsche technieken zoals terugrekenen, de balansmethode bij vergelijkingen en werken met haakjes.