Los de vergelijkingen algebraïsch op.
`1,25 t + 5,50 = 1,85 t`
`0,15 ( p - 2 ) ^2 = 1,35`
`12 - sqrt( 4 + x^2 ) = 0`
`3 g^2 - 6 g = 360`
Los de vergelijking op door inklemmen met behulp van de grafische rekenmachine (eventuele benaderingen in één decimaal nauwkeurig).
`0,12 q + 600/q = 30`
Voor de totale oppervlakte `A` van een cilindervormig groenteblik met straal `r` en hoogte `h` geldt: `A = 2 π r^2 + 2 π r h` .
Leg uit hoe je deze formule zelf kunt afleiden.
Bereken in cm2 nauwkeurig de oppervlakte van een groenteblik met een diameter van `20` centimeter en een hoogte van `30` centimeter.
Een groenteblik met een oppervlakte van `1000` cm2 heeft een hoogte van `20` cm. Bereken de diameter in millimeter nauwkeurig.
Van een groenteblik met een oppervlakte van `1000` cm2 zijn de hoogte en de diameter even groot. Bereken de diameter in millimeter nauwkeurig.