Gegeven is de kwadratische functie `f` met `f(x) = x^2 + 8x - 20` .
Bereken de snijpunten van de grafiek van `f` met de `x` -as en de `y` -as.
Bereken het minimum van `f` .
Teken met de grafische rekenmachine in één figuur de grafieken van `f(x) = 2x^2 - x + 1` en `g(x) = 10 - 3 x` .
Los algebraïsch op: `f(x) = g(x)` .
Los in drie decimalen nauwkeurig op: `f(x) gt g(x)`
Los de vergelijkingen algebraïsch op.
`1/3 x^2 + 10x + 1 = 0`
`2x^2 - 5x = x`
`x^2 - 5x + 10 = 0`
`x(x-1) = 12`
`5 - 1/3 x^2 = 1`
Los de ongelijkheden algebraïsch op. Geef benaderingen in twee decimalen nauwkeurig.
`x^2 - x lt x + 1`
`x^2 - 2x gt x + 3`
Een korfballer scoort door een bal van bovenaf door een ronde korf te gooien. De baan die het zwaartepunt van deze bal aflegt, is gegeven door de formule `h = text(-)0,125x^2 + x + 2,5` . `h` is de hoogte van de bal boven de grond en `x` is de horizontale afstand (gemeten over de vloer) van deze korfballer tot het punt recht onder het zwaartepunt van de bal is, beide in meters. De korf hangt op `3,5` m hoogte.
Op welke hoogte laat de speler de bal los?
Op het moment dat deze speler scoort, is het zwaartepunt van de bal precies `3,5` m boven de grond in het midden van de bovenrand van de korf.
Hoeveel meter staat deze speler voor het midden van de korf? Geef je antwoord in twee decimalen nauwkeurig.
Hoeveel zit het hoogste punt van de baan van het zwaartepunt van de bal boven de grond?