Toepassen van formules > Lineaire en exponentiële functies
1234567Lineaire en exponentiële functies

Voorbeeld 3

Bekijk de tabel en grafiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het aantal daklozen in Nederland op 1 januari van elk jaar tussen 2009 en 2015.

  • Schat door middel van lineair interpoleren het aantal mannelijke daklozen op 1 april 2012.

  • Schat door middel van lineair extrapoleren het aantal daklozen met een leeftijd tussen de 30 en 50 jaar op 1 oktober 2016.

> antwoord

Ga uit van een lineair model.

  • Op 1 januari 2012 waren er `22500` mannelijke daklozen en op 1 januari 2013 waren er `19900` .
    In een jaar tijd is het aantal daklozen met `22500 - 19900 = 2600` afgenomen.
    Dat is een afname van `2600/4 = 650` per kwartaal.
    Op 1 april is het eerste kwartaal net voorbij.
    Op 1 april 2012 waren er naar schatting `22500 - 650 = 21850` mannelijke daklozen.

  • Op 1 januari 2014 waren er `14300` daklozen tussen de 30 en 50 jaar.
    Op 1 januari 2015 waren er `16400` .
    In een jaar tijd is het aantal daklozen tussen de 30 en 50 jaar met `16400 - 14300 = 2100` toegenomen.
    Dat is een toename van `2100/4 = 525` per kwartaal.
    Op 1 oktober is het derde kwartaal net voorbij.
    Tussen 1 januari 2015 en 1 oktober 2016 zitten zeven kwartalen.
    Op 1 oktober 2016 waren er naar schatting `16400 + 7*525 = 20075` daklozen van 30 tot 50 jaar.

Opgave 13

Gebruik de gegevens uit Voorbeeld 3.

a

Schat door middel van lineair interpoleren het aantal vrouwelijke daklozen op 1 april 2013.

b

Schat door middel van lineair extrapoleren het aantal daklozen tussen de 18 en 30 jaar op 1 oktober 2016.

verder | terug