Tussen statistische variabelen bestaat soms een statistisch verband. Dat wil nog niet zeggen dat de éne variabele dan automatisch de andere veroorzaakt.
Je leert in dit onderwerp:
de (statistische) samenhang tussen twee variabelen te beschrijven en te interpreteren met behulp van correlatiecoëfficiënt en trendlijn.
Voorkennis:
de beschrijvende statistiek: het maken van (som)frequentietabellen, diagrammen en het berekenen van centrummaten en spreidingsmaten;
werken met de normale verdeling, met normaal waarschijnlijkheidspapier en met de wortel-n-wet.
data leren ordenen in verband met de gestelde onderzoeksvraag en de aard van de gekozen variabelen.