Victor komt bij de dokter. Deze onderzoekt hem en stelt vast dat Victor roodvonk heeft. De dokter schrijft een antibioticum voor.
De dokter gaat ervan uit: "Als je dit medicijn slikt, dan word je beter."
Een week later komt Victor terug bij de dokter die hem nogmaals onderzoekt.
Hij concludeert: "Je ziet er goed uit, je hebt mijn raad dus opgevolgd."
Victor antwoordt: "Integendeel, ik heb precies gedaan wat er op de bijsluiter stond: goed gesloten houden."

De redenering van de dokter begint met het uitgangspunt dat alleen het door hem voorgeschreven medicijn de ziekte roodvonk kan genezen. Als de dokter ziet dat Victor is genezen concludeert hij dat Victor de medicijnen heeft ingenomen. Deze conclusie is niet correct omdat het uitgangspunt van de dokter niet correct is. Een andere mogelijkheid om van roodvonk te genezen is door uit te zieken.

De redenering van Victor is dat hij beter werd door het potje met pillen niet te openen, zoals op de bijsluiter stond aangegeven. Maar waarschijnlijk is de roodvonk vanzelf overgegaan.Victor denkt dat er een relatie is tussen het niet openen van het medicijndoosje en zijn genezing. Ook deze conclusie is niet correct.

Alleen uitgangspunten die waar zijn, gevolgd door correcte redeneerstappen, vormen een volledige en logische redenering en leiden tot een correcte conclusie. Als er één of meer uitgangspunten onwaar zijn, of als redeneerstappen niet correct zijn of ontbreken, dan wordt de redenering onvolledig genoemd en is de conclusie onbetrouwbaar.