Vertel of je de onderstaande redeneringen waar of onwaar vindt.
Elk van deze redeneringen bestaat uit twee proposities
`P`
en
`Q`
.
Schrijf deze proposities op en ga na of ze waar of onwaar zijn.
Als `1234` een `2` -voud is, dan is `3xx1234` een `2` -voud.
Als `1234` een `6` -voud is, dan is `3xx1234` een `6` -voud.
Als `1234` deelbaar is door `2` dan is `1234-1` deelbaar door `2` .