Logisch redeneren > Totaalbeeld
123456Totaalbeeld

Achtergronden

De Griekse filosoof Aristoteles (384—322 voor Christus) wordt wel de grondlegger van de logica genoemd. Hij dacht onder andere na over geldige manieren van redeneren. Hij vroeg zich af wanneer een uitspraak (zin) waar was. Volgens hem is een zin waar als hij overeenkomt met de werkelijkheid.
Hij stelde dat een zin waar is als hij is af te leiden uit ware zinnen. Zo'n afleiding noemde hij een "syllogisme" . Aristoteles bedacht geldige en ongeldige syllogismen.

Een voorbeeld van een geldig syllogisme is:

  • "Alle mensen zijn sterfelijk."

  • "Socrates is een mens."

dus

  • "Socrates is sterfelijk."

De eerste twee zinnen heten de "premissen" , de derde zin is de "conclusie" . Alle syllogismen met deze zelfde structuur zijn ook geldige redeneringen. Dat hoeft echter niet te betekenen dat de conclusie ook zonder meer waar is, kijk maar:

  • "Alle leerlingen houden van logica."

  • "Helène is een leerling."

dus

  • "Helène houdt van logica."

De Stoïcijnen waren volgelingen van Zeno (335—265 v.Chr.), een Griekse wijsgeer. De Stoïcijnen kenden vijf fundamentele redeneerschema’s. Elk van die redeneerschema's heeft een bepaalde structuur. Met behulp van deze redeneerschema’s beredeneerden ze of iets waar is.

verder | terug