Perspectief > Aanzichten
123456Aanzichten

Verwerken

Opgave 10

Voor het balkvormige blokje geldt: het is even hoog als breed ( `3` bij `3` cm), het is twee keer zo breed als diep. Voor het dak geldt: twee van deze blokjes zijn even groot als het balkvormige blokje. Teken het bovenaanzicht op ware grootte.

Opgave 11

Gegeven is de kubus `ABCD.EFGH` met ribben van `6` cm. Punt `P` is het midden van ribbe `AE` en punt `Q` is het midden van ribbe `CG` . Het vlak `PBQH` verdeelt de kubus in twee lichamen, waarvan het lichaam `ABCD.PBQH` er één is.

a

Teken een bovenaanzicht, een vooraanzicht en een rechterzijaanzicht van `ABCD.PBQH` .

b

`PBQH` is een ruit, bereken hiervan de omtrek.

Opgave 12

Gegeven is een regelmatig viervlak `ABC.T` met ribben van `4` cm. `Delta ABC` staat op de grond.

a

Teken een bovenaanzicht op ware grootte.

b

Bereken de afstand van een hoekpunt naar het midden van de tegenoverstaande zijde. Rond af op twee decimalen.

Bekijk de doorsnede van het regelmatige viervlak `ABC.T` .

De doorsnede gaat door de top `T` , het punt recht onder de top `T'` en één van de rechtopstaande ribben. Er geldt: lijnstukken `AT'` en `T'M` hebben een verhouding `2 : 1` .

c

Bereken de hoogte van de piramide. Rond af op één decimaal.

Opgave 13

Van een bepaalde ruimtelijke figuur is het voor-, zij- en bovenaanzicht hetzelfde. Eén aanzicht is weergegeven.

a

Wat voor een ruimtelijke figuur is dit?

b

Bereken de inhoud van deze ruimtelijke figuur.

Opgave 14

Bekijk het kunstwerk. Het bestaat uit even lange en dikke zijden en allemaal rechte hoeken. De hoogte is tien keer zo groot als de dikte van de zijden. De zijden zijn `50`  cm lang.

a

Teken een aanzicht op schaal `1:10` waarbij de richting van het aanzicht loodrecht op het midden van één van de zijden staat.

b

Teken een aanzicht op schaal `1:10` waarbij de richting van het aanzicht loodrecht staat op het diagonaalvlak dat bestaat uit de diagonalen van de onder- en bovenkant en vier verticale ribben. Maak eerst een schets en bereken zo nodig de afmetingen.

Opgave 15

Gegeven is een prisma met een regelmatige zeshoek als grondvlak. De zijden van de zeshoek zijn `10`  cm. Bereken de breedte van het smalst mogelijke zijaanzicht en van het breedst mogelijke zijaanzicht.

verder | terug