Perspectief > Aanzichten
123456Aanzichten

Uitleg

In figuur 1 zie je een tekening in parallelprojectie. Daarin wordt de driedimensionale (3D) vorm afgebeeld op een plat vlak (2D) zo, dat lijnen die in werkelijkheid parallel (evenwijdig) lopen dat ook in de tekening doen.

Alleen de ribben (overgangen tussen verschillende vlakken) van de figuur zijn getekend. Je kunt hem opdelen en twee balken, twee prisma's en een piramide (figuur 2).

In figuur 3 zie je het vooraanzicht van de figuur.

Figuur 1

Figuur 2

Figuur 3

In dit vooraanzicht krijgen alle ribben die ermee evenwijdig lopen hun werkelijke afmeting, eventueel op schaal. Voor ribben die er niet mee evenwijdig lopen geldt dit niet.

Zo geldt:

  • `AB` , `BC` , `CD` en `DE` zijn op schaal weergegeven, want deze lijnstukken zijn evenwijdig met het vooraanzicht, oftewel ze staan loodrecht op de kijkrichting.

  • `JD` is niet op schaal weergegeven, want dit lijnstuk is niet evenwijdig met het vooraanzicht, oftewel het staat niet loodrecht op de kijkrichting.

Opgave 1

Bekijk het vooraanzicht van de figuur in de Uitleg . Deze figuur staat ook op het werkblad.

a

Niet alle letters van de punten uit de 3D-afbeelding van de figuur zijn overgenomen in het vooraanzicht. Voeg alle ontbrekende punten in de tekening toe.

b

Waarom is de lengte van het lijnstuk `FG` wel, en die van het lijnstuk `FR` niet op schaal weergegeven?

c

Welke van de lijnstukken `JD` , `JK` en `JN` is/zijn op schaal? Licht je antwoord toe.

Opgave 2

Gebruik de gegevens van de Uitleg . Omdat er geen afmetingen bij de figuur staan, hoef je daar geen rekening mee te houden.

a

Teken het linker aanzicht van de figuur.

b

Teken het rechter aanzicht van de figuur.

c

Teken het bovenaanzicht van de figuur.

d

De kerk krijgt nieuwe dakbedekking op de toren. De aannemer moet daarom weten hoe groot het oppervlak van het dak is. Leg uit waarom je een vooraanzicht en een zijaanzicht met maten nodig hebt om dit te kunnen berekenen.

Opgave 3

Bekijk het vooraanzicht van de figuur in de Uitleg .

a

Noem nog minstens vijf ribben die in het vooraanzicht op schaal zijn getekend.

b

Noem twee ribben die in het vooraanzicht niet op schaal zijn getekend.

verder | terug