Perspectief > EénpuntsperspectiefVoorbeeld 2
Veronderstel dat de tegels in de foto in éénpuntsperspectief zijn afgebeeld. Het doorzichtige hek heeft een hoogte van `120` centimeter. Je kunt de hoogte van de camera ten opzichte van de tegels bepalen.
Omdat het tafereel loodrecht op de tegels staat, staat de camera op de hoogte van het oogpunt. Gebruik de tegels om het oogpunt te vinden, trek daarna een horizontale lijn door dit punt. Dit is de horizon. De horizon en het oogpunt liggen op de helft van de hoogte van het hek, dus op ongeveer `60` cm boven de tegels.
Bekijk de figuur met daarin de horizon getekend.
Hoe hoog zal de camera hebben gestaan ten opzichte van de vloer van de kamer?
De afstand van de vloer van een verdieping tot de vloer van de volgende verdieping van dit gebouw is `2,75` meter. De balkonhekken bestaan voor een deel uit halfdoorzichtig glas. De foto staat ook op het werkblad.
Bepaal de hoogte van dit glas.