Een mooi voorbeeld van een matrix is een digitaal zwart/wit plaatje. Dit bestaat uit pixels en elke pixel heeft een grijswaarde lopend van (zwart) t/m (wit). Een normaal plaatje is bijvoorbeeld px breed en px hoog. Het plaatje is dan een digitale -matrix met getallen vanaf t/m .
Fotobewerkingsprogramma's kunnen zo'n plaatje % lichter maken. Je vermenigvuldigt dan alle pixelwaarden met . Let wel: alle waarden worden afgerond op een geheel getal en alle getallen boven de worden automatisch (witter dan wit kan niet).
Hier zie je een deel van een plaatje als -matrix. Maak dit plaatje % lichter.
=
wordt:
In Voorbeeld 3 zie je dat een zwart-wit-plaatje (als bitmap) eigenlijk een grote matrix is. Werk met de -matrix die in het voorbeeld is gegeven.
Maak het plaatje % donkerder en bereken de nieuwe pixelwaarden (op gehelen nauwkeurig).
Waarom kun je bij a alle kentallen van de matrix met hetzelfde getal vermenigvuldigen en kon dit in het voorbeeld niet?