Er zijn mogelijke uitkomsten. Drie hiervan zijn bij elkaar opgeteld vier, namelijk 1 en 3, 2 en 2 en 3 en 1.
Dat zijn `((13),(11))=78` rijtjes.
Dat zijn `((13),(11))+((13),(12))+((13),(13))=92` rijtjes.
Dat kan op manieren, zie figuur.
Er zijn combinaties voor tweetallen die de afwas moeten doen. Wim en Marietje kunnen op twee manieren uitgeloot worden ( en ). De kans is dus .
De berekening is exact hetzelfde als bij a. Of: je kunt op manieren de twee afwassers kiezen. De twee mannen is één van de zes mogelijkheden. De kans is .
Neem bijvoorbeeld de stenen met ogen aan de ene kant. Dan zijn er voor de andere kant de mogelijkheden voor , , , of ogen.
Op deze manier zijn er stenen mogelijk.
Maak een overzichtje van alle stenen. Er zijn tien stenen met een verschil groter dan twee, dus je houdt achttien stenen over. De kans is .
De mogelijke stenen zijn hier 0 en 3, 1 en 3 en 2 en 3. Dat zijn er drie, dus de kans is .
Er zijn stenen over met stuks met een erop (jij hebt er met een erop). Petra kan aanleggen als zij stenen krijgt van de resterende met minstens één steen met een erop. Bereken dus de kans .
Het totaal aantal mensen die de vorige keer op het CDA stemden, is . De gevraagde kans is dus .
Het totaal aantal mensen die deze keer op de PvdA stemden, is . De gevraagde kans is dus .
Het totaal aantal mensen dat deze keer weer op zijn eigen partij stemde, is . De gevraagde kans is dus .
Er zijn mensen die de vorige keer op de PvdA stemden, en daarvan nu op het CDA. De gevraagde kans is dus .
Er zijn mensen die de vorige keer op de PvdA stemden, en daarvan nu op een andere partij. De gevraagde kans is dus .
Noem de vier personen a, b, c en d. Schrijf de volgordes op van deze vier letters. Tel in welk van deze volgordes één of meer letters op hun "eigen" plaats staan. In de volgorde b, a, c, d staat c op de "eigen" plaats. Je vindt dan vijftien volgordes waarbij dit het getal is en waarbij dus opnieuw geloot moet worden.
Er moeten of meer onderbouwleerlingen in.
onderbouwleerling: manieren.
onderbouwleerlingen: manieren.
onderbouwleerlingen: manieren.
onderbouwleerlingen: manieren.
onderbouwleerlingen: manieren.
Totaal: manieren.
Voor de voorzitter zijn er (ofwel ) mogelijkheden. Voor de rest van het bestuur maakt het niet uit welke leerlingen je kiest, dus dat is een combinatie van uit de overgebleven leerlingen: .
Zie tabel.
Mantoux-test | tuberculose | geen tuberculose | |
reactie | 196 | 9998 | 10194 |
geen reactie | 4 | 989802 | 989806 |
200 | 999800 | 1000000 |
, dus ongeveer %.
Doen.
Ongeveer van de cavia’s wordt BB (bruingeel), wordt bb (wit) en van de cavia's wordt bB (lichtgeel).
% wordt bb (wit) en % wordt bB (lichtgeel).
(bron: examen wiskunde A havo 1989, eerste tijdvak)