Een spel kaarten bevat van elk van de vier "kleuren" alleen de kaarten 7, 8, 9, 10, boer, vrouw, heer en aas. Totaal `32` kaarten. Beantwoord de vragen zowel door tellen van gunstige mogelijkheden als door gebruik van de somregel.
Wat is de kans dat een uit zo'n spel getrokken kaart een ruiten of een plaatje is?
Wat is de kans dat een uit zo'n spel getrokken kaart een harten of een 9 of een 10 is?
Wat is de kans dat een uit zo'n spel getrokken kaart een 9 of een 10 is of geen harten?
In een vaas zitten `9` balletjes, `3` rode, `3` blauwe en `3` gele. Ze zijn ook genummerd, van elke kleur draagt één balletje nummer 1, één balletje nummer 2 en één balletje nummer 3. Er wordt aselect een balletje getrokken. Bepaal de kans.
Het balletje is niet rood.
Het balletje is rood of heeft nummer 2.
Het balletje is niet blauw of heeft niet nummer 3.