Werk je met Excel, sla dan het bestand eerst op je eigen pc op voordat je erin gaat werken. In het bestand Schoenmaten - uitwerking vind je de antwoorden. Door op een cel te klikken kun je na gaan hoe je Excel gebruikt om het rekenwerk te doen. Je ziet dan welke formule er gebruikt wordt. Bekijk eventueel ook het Practicum.

Werk je het met hand, dan tel je eerst het aantal turven in de tabel. Dit noteer je bij de absolute frequentie. Deel de absolute frequentie door het totaal aantal en vermenigvuldig met `100` om de relatieve frequentie in % te krijgen. Zo hoort bij schoenmaat 36 een relatieve frequente van `3/75 *100=4` %. Voor de cumulatieve frequentie tel je telkens de voorgaande frequentie erbij op. Bij schoenmaat 37 hoort de cumulatieve frequentie `3+5=8` en bij schoenmaat 38 hoort een cumulatieve frequentie van `8+14=22` . Doe dit ook bij de relatieve frequentie (in %) om de relatieve cumulatieve frequentie te krijgen.