Statistiek > Data ordenen
123456Data ordenen

Theorie

Bij statistisch onderzoek worden antwoorden op onderzoeksvragen of resultaten van metingen waarnemingen genoemd. Waarnemingen moeten ingedeeld, geteld en/of gesorteerd worden.

Waarnemingen worden ingedeeld in klassen (groepen) als de variabele continu is en/of als er veel waarnemingen zijn.

Klassen van kwantitatieve variabelen kun je op twee manieren noteren:

  • continue variabele: vanaf ... tot ... wordt genoteerd als `1,50 - < 1,60`

  • discrete variabele: vanaf ... tot en met ... wordt genoteerd als `10 - 14`

De eerste notatie spreek je uit als "... tot kleiner dan ..." .

De tweede notatie betekent bij een discrete variabele dat `10, 11, 12, 13` en `14` in deze klasse vallen.

Let op! Voor leeftijden (alleen hele getallen) is dit lastiger, want `10 - 14` betekent dan `10 - lt 15` .

De klassengrenzen zijn de minimale en maximale waarneming die in de klasse horen. Het verschil tussen twee opvolgende klassengrenzen is de klassenbreedte.

Tip 1. Neem voor het aantal klassen minimaal vijf en maximaal twintig. Maak het aantal (ongeveer) gelijk aan de wortel uit het aantal waarnemingsgetallen.

Tip 2. Een handige klassenbreedte kun je als volgt berekenen:

  • Neem het verschil tussen de grootste en de kleinste waarneming en deel dat door het gewenste aantal klassen.

  • Neem een handige breedte die daar in de buurt ligt.

De (absolute) frequentie is het aantal keren dat een waarneming voorkomt.

De relatieve frequentie of proportie is de frequentie van een waarneming gedeeld door het totale aantal waarnemingen.

Turven is een handmatige manier om waarnemingen te tellen. Steeds meer worden waarnemingen met computers verzameld en verwerkt. In het Practicum zie je hoe dit met Excel gaat.

Een frequentieverdeling is een overzicht van het aantal keren dat alle waarnemingen (in klassen) voorkomen.

Een cumulatieve (som)frequentieverdeling wordt gemaakt door bij elke frequentie de voorafgaande frequenties op te tellen. Hiermee kan makkelijk worden bepaald wat bijvoorbeeld de frequentie van alle waarden kleiner dan een bepaalde waarneming is. (Cumuleren betekent opstapelen.)

verder | terug