Discrete kansmodellen > Stochasten optellen
1234567Stochasten optellen

Voorbeeld 2

Voor boogschutter A is stochast `X` het aantal punten dat hij bij elk schot behaalt.

`x` `0` `1` `2` `3` `4` `5` `6` `7` `8` `9` `10`
`text(P)(X=x) ` `0,02` `0,02` `0,04` `0,10` `0,09` `0,11` `0,12` `0,12` `0,15` `0,15` `0,08`

Bij elke schotbeurt worden drie pijlen op het doel afgevuurd en de scores opgeteld. Bereken de verwachtingswaarde en de standaardafwijking voor elke schotbeurt.

> antwoord

Elke afgeschoten pijl beweegt onafhankelijk van de andere twee, dus bij elke schotbeurt hoort de stochast `S=X+X+X=3 X` .

De verwachtingswaarde per schotbeurt is daarom:

`text(E)(3 X)=text(E)(X+X+X)=text(E)(X)+text(E)(X)+text(E)(X)=3 *text(E)(X)`

De standaardafwijking per schotbeurt is:

`σ(3 X)=σ(X+X+X)=sqrt( σ(X)^2+ σ(X)^2+ σ(X)^2)=` `sqrt(3 * σ(X)^2)= sqrt(3 )*σ(X)`

Dit betekent dat voor elke schotbeurt geldt: `text(E)(3 X)=3 *6,22 =18,66` en `σ(3 X)≈sqrt(3 )*2,56 ~~4,43` punten.

Opgave 5

In Voorbeeld 2 worden de kansverdelingen voor `X` en `3 X` vergeleken.

a

De kansverdeling voor `3X` is erg omvangrijk. Wat zijn de eerste twee en wat zijn de laatste twee waarden?

b

Bereken `text(P)(3X=1)` .

c

Hoe kun je nagaan dat `text(E)(3 X)=3 *text(E)(X)` en `σ(3 X)=sqrt(3 )*σ(X)` zonder van de optelregels gebruik te maken?

Opgave 6

Bekijk in Voorbeeld 2 nog eens de kansverdeling voor boogschutter A. Stel je voor dat het aantal punten van elke ring `2` hoger is. De stochast wordt dan `X+2` .

a

Waarom is `text(E)(X+2 )=text(E)(X)+2` ?

b

Waarom is `σ(X+2 )=σ(X)` ?

verder | terug