Discrete kansmodellen > Stochasten optellen
1234567Stochasten optellen

Testen

Opgave 18

Als je met twee geldstukken gooit dan kun je `0` , `1` of `2` maal kruis gooien.

a

Bereken de kans op elk aantal. Je mag aannemen dat de munten zuiver zijn.

b

Bereken met deze kansen de verwachtingswaarde van het aantal keer kruis.

c

Bereken met deze kansen de standaardafwijking van het aantal keer kruis.

d

Bereken het verwachte aantal kruis als je `10` keer gooit met twee geldstukken.

e

Bereken de standaardafwijking van het verwachte aantal kruis als je `10` keer gooit met twee geldstukken.

Opgave 19

Stel dat je aan de kopzijde van een geldstuk iets hebt afgeslepen. De kans op munt is daardoor niet meer gelijk aan de kans op kop.

Er wordt met deze munt geworpen. Op de lange duur blijft in ongeveer één op de drie keer gooien munt boven komt.

a

Je werpt nu `100` keer met dit geldstuk. Hoeveel keer kop mag je verwachten? Rond af op gehelen.

b

Welke standaardafwijking hoort daarbij?

c

Beredeneer of dat de standaardafwijking van dit geldstuk groter of kleiner zou zijn dan die van een normaal geldstuk.

verder | terug