Continue kansmodellen > Standaardiseren
123456Standaardiseren

Uitleg

Het vulgewicht van kilopakken suiker is ingesteld op een gemiddelde van μ = 1002 en een standaardafwijking van σ = 3 gram. Maar nu bevat ongeveer 25% van de pakken minder dan 1000 gram.
Je wilt dat niet meer dan 5% van de pakken minder dan 1000 gram bevat.
In de applet kun je dit bijvoorbeeld bewerkstelligen door het gemiddelde vulgewicht μ te verhogen. Maar daar zal de fabrikant niet blij van worden, dat is een dure oplossing.
Maar je kunt dit ook voor elkaar krijgen door de vulmachine nauwkeuriger te laten werken: je verkleint de standaardafwijking σ.

Met de applet kun je de aangepaste μ of σ wel vinden, maar hoe bereken je die?
Kennelijk gaat het daarbij om het verschuiven en smaller worden van de grafiek.

Opgave 1

Bestudeer Uitleg 1. Werk met de daarin genoemde applet om de volgende vragen te beantwoorden.

a

Pas eerst alleen het gemiddelde aan. Bij welk gemiddelde is niet meer dan `5` % van de pakken lichter dan `1000` gram?

b

Waarom is dit voor de fabrikant een dure oplossing?

c

Laat nu het gemiddelde staan op 1002 gram en pas de standaardafwijking aan. Bij welke standaardafwijking is niet meer dan 5% van de pakken te licht?

d

Welke mogelijke voor- en nadelen heeft deze oplossing voor de fabrikant?

Opgave 2

Aan een examen hebben `200` kandidaten meegedaan. Het examen bestaat uit twee gedeelten: een schoolexamen (SE) en een centraal examen (CE). Uit onderzoek is gebleken dat de examencijfers normaal verdeeld zijn. Het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen was een `6,5` en de standaardafwijking was `1,0` . Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen was een `5,5` en de standaardafwijking was `2,0` . Een leerling heeft een `7,0` gehaald voor het schoolexamen en een `6,0` voor het centraal examen.

a

Noem het cijfer voor het schoolexamen `S` en dat voor het centraal examen `C` . Schets de normaalkrommen van de verdeling van zowel `S` als `C` . Geef de cijfers van de leerling in die figuren aan.

b

Kun je de prestaties van de leerling voor het SE en het CE nu goed met elkaar vergelijken? Licht je antwoord toe.

c

Je kunt beter in beide gevallen kijken naar de afwijking van het gemiddelde, dus naar `S_2 = S - mu(S)` en `C_2 = C - mu(C)` . Schets de beide normaalkrommen van `S_2` en `C_2` en geef de resultaten van de leerling erin aan. Wat is het gemiddelde van beide normale verdelingen?

d

Gaat nu het vergelijken van de twee cijfers van de leerling beter?

e

Je kunt beide verdelingen nog beter op elkaar afstemmen door te zorgen dat ze even "breed" zijn. Dat doe je door de normaalkrommen van `S_3 = (S - mu(S))/(sigma(S))` en `C_3 = (C - mu(C))/(sigma(C))` te tekenen en daar de resultaten van de leerling in te zetten.
Maak deze figuren en leg uit voor welk onderdeel de leerling het best heeft gepresteerd.

verder | terug