Continue kansmodellen > Normaal of niet?
123456Normaal of niet?

Verwerken

Opgave 7

Deze tabel geeft de bloeddruk in mmHg (millimeter kwikdruk) van een groep mannen en een groep vrouwen.

a

Bereken van beide groepen de gemiddelde bloeddruk en de standaardafwijking van de bloeddruk.

b

Welke klassenindeling is hier gehanteerd?

c

Laat met behulp van normaal waarschijnlijkheidspapier zien dat de bloeddruk van de mannen niet normaal is verdeeld.

d

Je kunt wel een rechte lijn trekken die de verdeling zo goed mogelijk benaderd. Doe dat en lees het gemiddelde en de standaardafwijking af die bij die lijn passen. Wijken de waarden veel af van de berekende waarden?

e

Is de bloeddruk van de vrouwen wel normaal verdeeld?

Opgave 8

In een noordelijk gelegen stad sneeuwt het regelmatig in het winterseizoen.
Van de hoeveelheid sneeuw die afgelopen winter per dag dat het sneeuwde viel, is een grafiek op normaal-waarschijnlijkheidspapier gemaakt.

a

Leg uit hoe je uit deze grafiek kunt aflezen hoeveel procent van de dagen dat het sneeuwde, er meer dan `18` cm sneeuw per dag viel.

b

Leg uit waarom de hoeveelheid sneeuw die per sneeuwdag viel, normaal verdeeld is en bepaal de gemiddelde hoeveelheid sneeuw die per sneeuwdag viel. Bepaal ook de bijbehorende standaardafwijking.

Opgave 9

Open het bestand Enkele lichaamsmetingen van 5001 vrouwen uit 1947. Hierin zie je een tabel met lichaamslengtes in cm van de 5001 vrouwen uit het onderzoek in 1947 van Freudenthal en Sittig in opdracht van De Bijenkorf.

a

Bereken de gemiddelde lichaamslengte en de standaarddeviatie.

b

Teken op normaal waarschijnlijkheidspapier de bijbehorende cumulatieve relatieve frequentieverdeling.

c

Zijn de lichaamslengtes bij benadering normaal verdeeld?

d

95% van de lichaamslengtes zit tussen μ - a en μ + a . Hoe groot is a ? Lees je antwoord uit de figuur af.

e

Welke minimale lengte hebben de 16% grootste lichaamslengtes? Lees je antwoord uit de figuur af.

Opgave 10

Limburgse kaas wordt verkocht in pakjes van 200  g. De snijmachine is zo afgesteld dat het gewicht van de pakjes normaal verdeeld is met een gemiddelde van `202,5`  g en een standaardafwijking van 4,0  g. Er gaan 50 pakjes in een doos. Die dozen hebben een gemiddeld gewicht van 145,0 gram met een standaardafwijking van 5,5 gram.

a

Hoeveel bedraagt het gemiddelde gewicht van zo'n doos met 50  pakjes kaas? En welke standaardafwijking hoort daar bij?

b

Hoeveel procent van deze dozen met kaas weegt minder dan 10250 gram?

verder | terug