Continue kansmodellen > Binomiale kansen benaderen
123456Binomiale kansen benaderen

Uitleg

Hier zie je een kanshistogram van een binomiale verdeling met n = 50 en p = 0,20 .
Er onder zie je een kanshistogram van een binomiale stochast X met n = 100 en p = 0,20 voor X van 0 tot 35. De klokvorm wordt nog beter: hoe groter n hoe beter het kanshistogram de klokvorm benadert.
De wiskundige formulering van deze stelling heet de centrale limietstelling.

Je kunt nu bijvoorbeeld `text(P)( X le 23 | n = 100 text( en ) p = 0,20 )` benaderen met behulp van de normale verdeling:

  • De binomiale stochast X heeft een verwachtingswaarde E ( X ) = 100 0,20 = 20 en een standaardafwijking van σ ( X ) = 100 0,20 0,80 = 4 .

  • De binomiale stochast X is bij benadering gelijk aan de normale stochast Y met
    µ ( Y ) = 20 en σ ( Y ) = 4 .

  • Omdat X alleen gehele waarden aanneemt en Y alle reële waarden kan hebben, moet je rekening houden met afrondingen op gehelen:
    `text(P)( X le 23 | n = 100 text( en ) p = 0,20 ) ≈`
    `≈ text(P)( X < 23,5 | µ = 20 text( en ) σ = 4) ≈ 0,81` .

Deze aanpassing van een normale stochast aan een discrete stochast heet de continuïteitscorrectie.

Opgave 1

Bestudeer de Uitleg .

a

Bepaal `text(P)( X le 23 | n = 100 text( en ) p = 0,20 )` met behulp van de binomiale kansverdeling in vier decimalen nauwkeurig.

b

Benader `text(P)( X le 23 | n = 100 text( en ) p = 0,20 )` met behulp van de normale verdeling in vier decimalen nauwkeurig.

c

Vind je veel verschil tussen a en b? Heb je de continuïteitscorrectie toegepast?

Opgave 2

Je gooit 15  keer met een eerlijk geldstuk. Het gaat je om de kans dat je slechts 6  keer munt gooit.

a

Gebruik de binomiale verdeling om deze kans te berekenen.

b

Gebruik de normale verdeling om deze kans te berekenen.

c

Vergelijk je antwoorden met elkaar. Wat valt je op? Geef hiervoor een verklaring.

verder | terug