Hypothesen en verbanden > Binomiale toets
1234567Binomiale toets

Voorbeeld 1

Voor een bepaalde toets scoort gemiddeld 72% van de kandidaten een voldoende. Deze keer hebben 16 van de 30 kandidaten een voldoende gehaald, duidelijk minder dan 72%. Wijkt dit resultaat significant af van het verwachte resultaat als je een significantieniveau van 10% hanteert?

> antwoord

Je kunt deze vraag vertalen naar een linkszijdige binomiale toets:

  • H 0 : p = 0,72

  • H 1 : p < 0,72

De steekproefgrootte is 30 en stochast X is het aantal kandidaten met een voldoende in deze steekproef. Het significantieniveau is α = 0,10 .

Je bepaalt het kritieke gebied uit: `text(P)(X le g | n = 30 text( en ) p = 0,72) le 0,10` .
Dit levert op: g = 17 en dus wordt het kritieke gebied X 17 .

Het resultaat van 16 voldoendes ligt binnen het kritieke gebied, dus inderdaad wijkt het resultaat significant af van het verwachte resultaat.

Opgave 3

Bestudeer Voorbeeld 1.

a

Voer de beschreven toets zelf uit.

b

Voer de toets nog eens uit, maar nu met een betrouwbaarheid van 95%. Is er nog steeds sprake van een significante afwijking?

verder | terug