Hypothesen en verbanden > Binomiale toets
1234567Binomiale toets

Inleiding

Meestal ga je er van uit dat bij het verwekken van een kind de kans op een jongen even groot is als die op een meisje: de kans op een meisje is 50% is je nulhypothese. Als bij een zekere Nederlandse gemeente in een bepaald jaar 60% van de geboren kinderen een meisje is dan denk je niet meteen dat de kans op een meisje nu wel 60% moet zijn geworden, maar je vraagt je wel af of de kans op een meisje in Nederland soms meer dan 50% is geworden. Zo'n hypothese kun je heel goed toetsen bijvoorbeeld door te kijken naar de geboren kinderen van het volgende jaar. Maar wanneer zeg je nu dat de kans op een meisje niet langer 50% is?

Je leert in dit onderwerp:

  • hypothesen toetsen met behulp van de binomiale kansverdeling;

  • het begrip significantieniveau en bij een gegeven significantieniveau een binomiale toets uitvoeren.

Voorkennis:

  • werken met binomiale kansverdelingen;

  • de begrippen nulhypothese, alternatieve hypothese en kritiek gebied.

verder | terug