Rijen > Rekenkundige rijen
123456Rekenkundige rijen

Testen

Opgave 14

Bereken `1024 + 1022 + 1020 + ... + 4 + 2` .

Opgave 15

Bereken:

a

`sum_(i=0)^(20) (8 +1/3i)`

b

`sum_(k=1)^(100) (5 +2 k)`

Opgave 16

Samir koopt een nieuwe PC. Hij leent daartoe op 1 januari 2010 € 800 van de bank. Hij moet dit terug betalen in `16` maandelijkse termijnen. Maar de bank vraagt rente: elke maand `1` % over het bedrag dat op dat moment nog niet is afgelost.

a

Hoeveel moet hij op 1 maart 2010 aan de bank betalen?

b

De rij met te betalen bedragen is een rekenkundige rij. Stel voor die rij een directe formule `B(t)` op. Neem `t=0` op `1` januari 2010 en geef aan welke waarden `t` aanneemt.

c

Bereken met behulp van de somformule voor een rekenkundige rij hoeveel Samir in totaal aan de bank betaalt voor zijn PC.

verder | terug