Discrete dynamische modellen > Dynamische modellen
123456Dynamische modellen

Testen

Opgave 16

In een tank zit `100` liter water waarin `10` kg zout opgelost is. Op een bepaald ogenblik laat men aan de bovenkant `1` liter zout water per minuut naar binnen lopen. De concentratie van het binnenstromende zoute water is `50` g zout per liter. Aan de onderkant van de tank laat men `1` liter per minuut wegstromen. Na `30` minuten worden beide stromen stopgezet.

a

Stel een modelformule op waarmee je de zoutconcentratie van het water in de tank kunt benaderen.

b

Benader de zoutconcentratie van het water in de tank na `30` minuten.

c

Schets de grafiek van de zoutconcentratie van het water in de tijd.

d

Geef een directe formule voor de zoutconcentratie van het water in de tijd.

verder | terug