Differentiaalvergelijkingen > Differentiaalvergelijkingen
123456Differentiaalvergelijkingen

Antwoorden van de opgaven

Opgave V1
a

`(f(x+Delta x) - f(x))/(Delta x) = x + f(x)` , ofwel `f(x + Delta x) = f(x) + (x + f(x))*Delta x`

b

Je krijgt als tabel:

`x` `0` `0,1` `0,2` `0,3` `...`
`y` `0` `0,0` `0,01` `0,031` `...`
c

Zie Uitleg 1. Dit kun je ook met GeoGebra doen, zie het Practicum .

Opgave 1
a

`(f(x+Delta x) - f(x))/(Delta x) = x + f(x)` geeft `f(x + Delta x) = f(x) + (x + f(x))*Delta x`

b

Ga verder op de manier van de uitleg:

`f(0,4) = f(0,3 + 0,1) = f(0,3) + (0,3 + f(0,3))*0,1 = 0,0641`

`f(0,5) = f(0,4 + 0,1) = f(0,4) + (0,4 + f(0,4))*0,1 = 0,11051`

enz.

c

Nee, helaas niet, je moet telkens opnieuw de methode van Euler toepassen.

Opgave 2
a

Vul `f'(x) = a` en `f(x) = ax+b` in en je krijgt: `a = x + ax + b` .

Hier staat voor elke waarde van `x` aan beide zijden van het isgelijkteken hetzelfde als `a = text(-)1` en `b = text(-)1` .

Dus `y = text(-)x - 1` is een oplossing.

b

Je hebt bij de vorige opgave al gezien dat er ook een oplossing is waarvan de grafiek door `(0, 0)` gaat.

c

Vul `f'(x) = text(-)1 + a text(e)^x` en `f(x)` in en je krijgt: `text(-)1 + a text(e)^x = x + text(-)x - 1 + a text(e)^x` .

Hier staat voor elke waarde van `x` aan beide zijden van het isgelijkteken hetzelfde.

d

`f(x) = text(-)x - 1 - 1 text(e)^x`

Maak hierbij een tabel op `[0, 1]` met stapgrootte `0,1` .

Opgave 3
a

Differentievergelijking: `C(t + Delta t) = C(t) + (1 - C(t))*Delta t` .

`C(0) = 0,5` , `C(0,2) = 0,6` , `C(0,4) = 0,68` , etc.

Maak een tabel, de functiewaarden gaan `1` benaderen.

b

`C(t) = 1 + a*g^(text(-)t)` en `C'(t) = text(-)a*g^(text(-)t)*ln(g)` invullen:

`1 + a*g^(text(-)t) = 1 - text(-)a*g^(text(-)t)*ln(g)` en `C(0)=1+a=0,5` .

Dit lukt alleen als `a = text(-)0,5` en `g = text(e)` .

Opgave 4
a

Vergelijk de berekende uitkomsten met de hellingen van de bijbehorende lijnelementen in de figuur.

b

`(text(d)y)/(text(d)x) = text(-)1 + 4 = 3`

c

`y = text(-)x - 1`

d

Maak de grafiek van deze functie op je GR en vergelijk hem met de grafiek in de applet.

e

Doen.

Opgave 5
a

Daar is altijd `C'(t) = 0` .

b

`(text(d)y)/(text(d)x) = 1 - 4 = text(-)3`

c

`y = 1`

d

Functies van de vorm `C(t) = 1 + a*text(e)^(text(-)t)` .

Opgave 6
a

`T(0,6) = T(0,4) + 0,15 * (20 - T(0,4)) * 0,2 = 6,8742 + 0,15*13,1258*0,2 = 7,267974`

`T(0,8) = T(0,6) + 0,15 * (20 - T(0,6)) * 0,2 ~~ 7,64993478`

`T(1,0) = T(0,8) + 0,15 * (20 - T(0,8)) * 0,2 ~~ 8,020436737`

Je kunt je rekenmachine laten doorrekenen.

Je vindt `T(2) ~~ 9,7127` .

b

De stapgrootte groter maken.

c

De stapgrootte kleiner maken.

Opgave 7
a

Differentievergelijking: `H(t+Delta t) = H(t) - 0,05H(t)*Delta t` .

`H(0)=100` en `H(0,1) = H(0) - 0,05*H(0)*0,1 = 99,5` , enzovoorts.

Je vindt `H(1) = 95,11101305...`

b

`H(t) = H(0) * g^t` en `H'(t) = H(0) * g^t * ln(g)` invullen geeft `ln(g) = text(-)0,05` en dus `g = text(e)^(text(-)0,05)` . De gegeven randvoorwaarde is `H(0) = 100` .

c

Werkelijke waarde `H(1) = 100 * text(e)^(text(-)0,05 * 1) ~~ 95,123` .

Het verschil is `~~ 0,012` .

Opgave 8
a

Doen.

b

Doen, bekijk het voorbeeld.

c

Dat kan met de GR, maar ook met behulp van de afgeleide van de gevonden functie.

Opgave 9
a

Doen. Alle lijnelementen hebben een negatieve helling omdat je bij een vervalproces uitgaat van `H(t) gt 0` en `H'(t)` het product is van `H(t)` met een negatief getal.

b

Ze hebben allemaal dezelfde `H` -waarde.

c

De formule is `H = 100 * text(e)^(text(-)0,05t)` .

Opgave 10
a

Doen.

b

Bij `y = f(x) = 1` hoort `f'(x) = 0` . Beide invullen in de d.v. levert aan beide zijden van het isgelijkteken `0` op, dit klopt dus voor elke `x` .

c

In het voorbeeld zie je hoe dit moet.

d

Werk met GeoGebra. Ga ook na, dat deze oplossingsfunctie de vorm heeft die in het voorbeeld wordt genoemd.

Opgave 11
a

Ze lopen dan bijna verticaal.

b

Doe dit in GeoGebra.

c

Functies van de vorm `y = sqrt(x) + c` .

Hierbij hoort `y' = 1/(2sqrt(x))` .

Als je dit in de d.v. invult, dan zie je dat beide zijden gelijk zijn voor elke toegestane `x` -waarde.

Opgave 12
a

`f(x + Delta x) = f(x) + sin(f(x))*Delta x`

b

`f(1) = f(0) + sin(f(0))*1 = 1 + sin(1) ~~ 1,0174524`

c

`f(0,05) = f(0) + sin(f(0))*0,05 ~~ 1,001746` , etc.

Dit levert uiteindelijk op: `f(1) ~~ 1,017452` . Het verschil is heel erg klein.

Opgave 13
a

In `(1, 1)` : `f '(x) = 2` .

In `(4, 5)` : `f '(x) = text(-)10` .

In `(text(-)1, 1)` : `f '(x) = 2` .

b

Zie de figuur.

c

`y = 0` en `y = 3` .

d

`f(1)=1` en `f '(1) = f(1) * (3 - f(1))=1*1*(3-1)=2` .

Dus `y = 2x - 1` .

e

Teken de grafiek.

`f(x) = 3/(1 + 2text(e)^(text(-)3x))` geeft `f'(x) = (18text(e)^(text(-)3x))/((1 + 2text(e)^(text(-)3x)))^2` .

Dit invullen in de d.v. geeft een gelijkheid voor elke `x` -waarde.

Opgave 14
a

Alleen de dichtheid is constant.

b

`A = 4 pi r^2` en `V = 4/3 pi r^3` geeft `A = 4 pi (root[3]((3V)/(4pi)))^2 ~~ 4,84V^(2/3)` .

c

Uit `rho = m/V` volgt `V = m/(rho)` .

Dus is `A ~~ 4,84(m/(rho))^(2/3) = (4,84)/((rho)^(2/3)) * m^(2/3)` .

d

De snelheid van het massaverlies is `m'(t)` .

Dit is recht evenredig met de oppervlakte `m'(t) = k * (4,84)/((rho)^(2/3)) * m^(2/3)` .

Stel `k * (4,84)/((rho)^(2/3)) = text(-)c` en je hebt de d.v. gevonden.

e

De differentievergelijking wordt `m(t + Delta t) = m(t) - 0,01 * (m(t))^(2/3) * Delta t` .

Je vindt ongeveer `7,43` gram.

Opgave 15

`f'(x) = a/(2sqrt(ax+b))` .

`a/(2sqrt(ax+b))=1/(sqrt(ax+b))` en `f(2)=sqrt(2a+b)=3` geeft `a/2=1 ^^ 2a+b=9` , zodat `a=2 ^^ b=5` .

Opgave 16
a

Bekijk het richtingsveld, cirkels lijken er goed in te passen.

b

GeoGebra maakt een halve cirkel met middelpunt `(0, 0)` .

c

`y = sqrt(r^2 - x^2)` en `(text(d)y)/(text(d)x) = text(-)2x * (r^2 - x^2)^(1 1/2)` invullen in de d.v. geeft een gelijkheid voor elke `x` -waarde.

Opgave 17
a

Alleen de tweede past.

b

Rechte lijnen door `(0, 0)` , behalve de lijn `x = 0` .

c

`y = ax` en `(text(d)y)/(text(d)x) = a` invullen in de d.v. geeft een gelijkheid voor elke `x` -waarde.

Opgave 18Chemische stoffen die op elkaar reageren
Chemische stoffen die op elkaar reageren
a

`1` eenheid van stof C kost `2` eenheden van stof A en `1` eenheid van stof B. Dus `x` eenheden van stof C kosten `2x` eenheden van stof A en `x` eenheden van stof B. Op tijdstip `t` zijn er nog `a - 2*x(t)` eenheden van stof A en `b - x(t)` eenheden van B. Dat betekent dat `u = 2` en `v = 1` .

b

Als `x` toeneemt dan worden `a - 2*x(t)` en `b - x(t)` beide kleiner, dus `x'(t) = k * (a - 2 * x(t)) * (b - x(t))` wordt kleiner: de groeisnelheid (hier de geproduceerde hoeveelheid stof C per tijdseenheid) wordt kleiner.

c

Het lijnelementenveld kent twee oplossingen waarvoor `C'(t) = 0` , namelijk als `5 - 2x(t)=0 vv b - x(t) = 0` .

Eén van deze oplossingen is `x(t) = 2,5` , de andere is `x(t) = b` .

In het lijnelementenveld zie je dat dus `b=1,5` .

d

Oplossing door `(0, 0)` schetsen (maken met GeoGebra) en aflezen `x(3) ~~ 1,4` . Op `t=3` is dan nog `5 - 2 * 1,4 = 2,2` eenheden A over.

Opgave 19
a

De oplossingssnelheid is `C'(t)` .

De oplossingssnelheid is recht evenredig met `C_v - C(t)` .

Dus `C'(t) = k * (C_v - C(t))` .

b

De differentievergelijking wordt `C(t + Delta t) = C(t) + k * (C_v - C(t)) * Delta t` .

Je vindt `C(20) ~~ 3,2968` .

c

`C(t)` en `C'(t) = text(-)Bk text(e)^(text(-)kt)` invullen in de d.v. geeft `A = 10` en `B = text(-)10` .

`C(t) = 10 - 10 text(e)^(text(-)0,02t)` geeft `C(20) ~~ 3,2968` .

Opgave 20
a

Doen.

b

`y = 5` .

c

`f(x) = 5 - 4 * text(e)^(text(-)2x)`

verder | terug