Je wilt de kortste weg van `A` naar `B` via een punt op lijn `l` tekenen.
Neem de figuur over en teken die kortste weg.
Bewijs dat dit inderdaad de kortste weg is. Gebruik de driehoeksongelijkheid.
Gegeven is een rechthoekige driehoek `ABC` met `angle B =90^@` .
De lengtes van de zijden van de driehoek zijn geheel.
Stel dat `|AC|=50` . Welke driehoeken zijn er mogelijk? Geef ook aan welke driehoeken congruent zijn.
Stel dat `|AB|=3` . Waarom is er nu maar één driehoek mogelijk?
Gegeven zijn twee gehele getallen `a` en `b` met `0 lt a lt b lt 100` . De driehoek waarvan de zijden de lengte `a` , `b` en `100` hebben, is stomphoekig.
Wat is de grootste waarde die `a` kan hebben?