Redeneren en bewijzen > Gelijkvormigheid
123456Gelijkvormigheid

Voorbeeld 3

`∆ABC` heeft in `C` een rechte hoek.
Bewijs dat `|AC|^2+ |BC|^2= |AB|^2` . Dit is de stelling van Pythagoras.

> antwoord

Gegeven:
`angleACB=90^@` . Je tekent hoogtelijn `CD` , dus ook `angleADC=angleCDB=90^@` .

Te bewijzen:
`|AC|^2+ |BC|^2= |AB|^2`

Bewijs:
De driehoeken `ABC` , `CBD` en `ACD` zijn gelijkvormig (hh). De verhoudingen van hun zijden zijn daarom gelijk, dus je kunt deze verhoudingstabel maken.

`DeltaABC` `|AB|` `|BC|` `|AC|`
`DeltaCBD` `|CB|` `|BD|` `|CD|`
`DeltaACD` `|AC|` `|CD|` `|AD|`

Hieruit kun je afleiden:
`|BC|^2=|AB|*|BD|` en `|AC|^2=|AB|*|AD|`
Dus: `|AC|^2+ |BC|^2=|AB|*|BD|+|AB|*|AD|=|AB|*(|BD|+|AD|)= |AB|^2` .

Q.e.d.

Je ziet een geheel nieuw bewijs van de stelling van Pythagoras.

Opgave 6

In Voorbeeld 3 vind je een ander bewijs van de stelling van Pythagoras.

a

Neem aan dat `|AC|=5` en `|BC|=12` . Bereken de lengte van `CD` .

b

Bewijs dat in een rechthoekige driehoek het kwadraat van de hoogtelijn op de hypotenusa gelijk is aan het product van de lengtes waarin hij die hypotenusa verdeelt.

Opgave 7

Gegeven is een driehoek `ABC` en een punt `S` in de driehoek. `A'` ligt op het verlengde van `AS` , waarbij `|SA'|=2 |SA|` . Net zo ligt `B'` op het verlengde van `BS` met `|SB'|=2 |SB|` en `C'` op het verlengde van `CS` met `|SC'|=2 |SC|` .

a

Maak een tekening.

b

Met welk kenmerk kun je aantonen dat `DeltaSAB∼DeltaSA'B'` ?

c

Wat concludeer je over `|A'B'|` ? Wat gaat natuurlijk net zo?

d

Met welk kenmerk kun je aantonen dat `DeltaABC∼DeltaA'B'C'` ?

e

Hoe belangrijk is de factor `2` in het gegeven? Had die factor ook kleiner dan `1` mogen zijn?

f

Formuleer op grond van het bovenstaande een stelling. Maak hem zo algemeen mogelijk.

verder | terug