Je ziet hier in een `∆ABC` de hoogtelijn uit `C` , de zwaartelijn uit `C` , de bissectrice (deellijn) van `angleC` en de middelloodlijn van `AB` . Verander je de driehoek, dan kunnen een aantal van deze lijnen gaan samenvallen. Verder kun je in elke driehoek drie van elk van die soorten lijn(stukk)en tekenen.
Bekijk de figuur nog eens.
Bij welke soort driehoeken vallen de vier getekende lijnen samen?
Kun je een driehoek maken waarbij alleen de bissectrice uit `C` en de hoogtelijn uit `C` samenvallen?