Een cirkel is een kromme lijn die bestaat uit alle punten die dezelfde afstand `r \gt 0` hebben tot een gegeven middelpunt `M` . Hier zie je zo'n cirkel `c` en nog twee delen van cirkels die de middelpunten `A` en `B` hebben en raken aan `c` , terwijl ook lijnstuk `AB` raakt aan `c` . Als je weet hoe lang `AB` is, kun je de straal van cirkel `c` berekenen. Dat kun je doen door te werken met bekende meetkundige stellingen zoals de stelling van Pythagoras, maar je kunt ook de analytische meetkunde toepassen waarmee je bij wiskunde B kennis hebt gemaakt.
Je leert in dit onderwerp:
berekeningen in de vlakke meetkunde uitvoeren ook met behulp van analytische en/of synthetische meetkunde;
bewijzen met behulp van analytische en/of synthetische meetkunde.
Voorkennis:
bij vlakke meetkunde werken met assenstelsels en coördinaten, dus de beginselen van de analytische meetkunde;
werken met vergelijkingen van cirkels en de discriminantmethode om raakpunten te berekenen.