Krommen in 2D > Meetkunde in 2D
123456Meetkunde in 2D

Verwerken

Opgave 8

In vierkant `ABCD` is een diagonaal getekend. De zijden van het vierkant zijn `4`  cm. Cirkel `c` raakt twee zijden van het vierkant en de diagonaal.

a

Teken een mogelijke cirkel `c` . Hoeveel van die cirkels zijn er mogelijk?

b

Bereken exact de straal van cirkel `c` . Gebruik hiervoor congruentie.

Maak een assenstelsel met de oorsprong in `A` , de `x` -as langs `AB` en de `y` -as langs `AD` .

c

Bereken nog eens de straal van cirkel `c` maar nu met behulp van analytische meetkunde.

Opgave 9

In driehoek `ABC` is `D` het midden van `BC` en `E` het midden van `AC` . Lijn `DE` is een middenparallel in deze driehoek. Dit betekent dat `DE // // AB` .

a

Bewijs dit met behulp van gelijkvormigheid.

b

Bewijs dit met behulp van analytische meetkunde.

Opgave 10

Gegeven is de lijn `l:y=text(-)1/2x+p` met `p>0` . De lijn `m` gaat door `O(0, 0)` en staat loodrecht op `l` . De lijnen `l` en `m` snijden elkaar in punt `S` . Verder is `text(d)(O, S)=2` . Bepaal de exacte waarde van `p` .

Opgave 11

`ABCD` is een vierkant met zijden van `2` cm. Lijnstuk `AD` is de middellijn van een halve cirkel die aan de buitenkant van het vierkant is getekend. De omgeschreven cirkel van de figuur gaat door `B` en `C` en raakt de halve cirkel.

a

Bereken exact de straal van de omgeschreven cirkel met behulp van vlakke meetkunde.

b

Bereken exact de straal van de omgeschreven cirkel met behulp van analytische meetkunde.

Opgave 12

Een gelijkbenige driehoek heeft twee zijden van `2a` centimeter en een zijde van `2b` centimeter. De omgeschreven cirkel van deze driehoek gaat door de drie hoekpunten ervan.

a

Druk de straal `r` van de cirkel uit in `a` en `b` met behulp van een synthetische aanpak.

b

Druk de straal `r` van de cirkel uit in `a` en `b` met behulp van analytische meetkunde.

verder | terug