Krommen en oppervlakken > Cirkels en lijnen
1234567Cirkels en lijnen

Verwerken

Opgave 8

Gegeven zijn de twee cirkels c 1 en c 2 door c 1 : x 2 + y 2 8 x 8 y + 7 = 0 en c 2 : x 2 + y 2 = 1 .

a

Bereken de coördinaten van de snijpunten van c 1 met de assen.

b

Bereken de snijpunten van c 1 en c 2 .

c

Bereken van c 1 het exacte middelpunt en de exacte straal. Teken beide cirkels in één figuur.

d

Bereken de hoek waaronder beide cirkels elkaar snijden.

Opgave 9

Teken in een assenstelsel de punten A ( 3 , 0 ) , B ( 5 , 2 ) en C ( 1 , 4 ) .

a

Stel een parametervoorstelling op van de lijn door A en B .

b

Stel een vergelijking op van de cirkel door A , B en C .

c

Bereken de hoek waaronder de lijn de cirkel snijdt in graden nauwkeurig.

Opgave 10

Een cirkel c is gegeven door de parametervoorstelling x = 3 + 4 cos ( 2 t ) en y = 1 + 4 sin ( 2 t ) , met 0 t π . De raaklijn aan c in het punt met t = 1 3 π snijdt de assen in de punten P en Q .
Bereken de exacte lengte van lijnstuk P Q .

Opgave 11

Bereken (indien mogelijk) de straal en de coördinaten van het middelpunt van deze cirkels.

a

x 2 + y 2 = 6 x 4 y 5

b

x 2 + y 2 = 6 x 4 y 50

c

x ( x + 4 ) = 3 y ( y + 2 )

d

2 x 2 + 2 y 2 12 x + 4 y = 0

e

5 x 2 y 2 = 4 x + 2 y

f

x 2 + y 2 = 4 x + 2 y 5

Opgave 12

Gegeven is de cirkel c : x 2 + y 2 2 x + 4 y = 0 .

a

Stel een vergelijking op van de middelloodlijn m van lijnstuk O M waarin M het middelpunt van c is.

b

Bereken in twee decimalen nauwkeurig de lengte van het lijnstuk P Q als P en Q de snijpunten van m met cirkel c zijn.

c

Toon aan dat vierhoek M Q O P (of M P O Q , afhankelijk van wat je P en wat je Q hebt genoemd) een ruit is.

verder | terug