Je ziet hier de ellips met vergelijking nog eens.
De kromme lijkt symmetrisch t.o.v. de
`x`
-as en t.o.v. de
`y`
-as te zijn.
Maar hoe toon je dit aan?
Bekijk de figuur maar eens. Als de ellips symmtrisch is t.o.v. de `y` -as, dan betekent dit dat behalve `P(x, y)` ook zijn spiegelbeeld `P_1(text(-)x, y)` op de kromme moet liggen. Dat moet je nog laten zien. De redenering is zo:
`P(x, y)` ligt op de kromme, dus voldoet aan de gegeven vergelijking van de ellips.
Voldoet `P_1(text(-)x, y)` ook aan die vergelijking?
Dat controleer je door `P_1` in te vullen: .
Omdat `(text(-)x)^2=x^2` is dit hetzelfde als
En dus ligt ook `P_1` op de ellips.
Conclusie: `P(x, y)` en `P_1(text(-)x, y)` voldoen beide aan de gegeven vergelijking van de kromme en dus is hij symmetrisch t.o.v. de `y` -as.
Bekijk de
Bewijs op dezelfde manier dat deze ellips symmetrisch is t.o.v. de -as.
Bewijs op dezelfde manier dat deze ellips symmetrisch is t.o.v. de oorsprong van het assenstelsel.