Meetkunde in 3D > Onderlinge ligging
1234567Onderlinge ligging

Voorbeeld 2

Figuur opent via muisklik
Dan draaibaar met rechter muisknop

`T.ABCD` is een regelmatige vierzijdige piramide met `A(2, text(-)2, 0)` , `B(2, 2, 0)` en `T(0, 0, 2)` . Laat zien dat lijn `AB` en lijn `CT` elkaar kruisen en bereken de hoek die ze met elkaar maken.

> antwoord

Vectorvoorstellingen van de lijnen `AB` en `CT` zijn:

`AB` : `((x), (y), (z))=((2), (0), (0))+p((0), (1), (0))`
`CT` : `((x), (y), (z))=((text(-)2), (2), (0))+q((1), (1), (1))`

Beide lijnen zijn niet evenwijdig want hun richtingsvectoren zijn geen veelvoud van elkaar. Ze snijden of kruisen elkaar dus. Voor een snijpunt moeten er waarden van `p` en `q` bestaan waarvoor `(2, p, 0) = (text(-)2+q, 2+q, q)` .
Ga na dat dergelijke waarden van `p` en `q` niet bestaan. De twee lijnen kruisen elkaar dus.

Hun onderlinge hoek wordt bepaald door de hoek tussen beide richtingsvectoren. Deze kun je bereken met behulp van het inproduct:

`1=1*sqrt(3)*cos(varphi)` , dus `varphi=/_(AB,CT)~~55^@`

Opgave 7

Bekijk Voorbeeld 2. Laat `M` het midden zijn van `CT` en `N` het midden van `DT` .

a

Laat met een berekening zien dat de lijnen `BM` en `AN` elkaar snijden.

b

Bereken de hoek tussen de lijnen `BM` en `AN` in graden nauwkeurig.

Opgave 8

Gegeven zijn de lijnen `l: ((x), (y), (z))=((text(-)1), (2), (3))+p((2), (text(-)3), (6))` en `m: ((x), (y), (z))=((0), (1), (2))+q((a), (2), (text(-)1))` .

a

Bereken de waarde van `a` waarvoor de lijnen `l` en `m` elkaar snijden.

b

Neem voor `a=4` . Bereken de hoek tussen de lijnen `l` en `m` .

verder | terug