Je bent gewend om te zeggen dat de vergelijking `x^2=text(-)1` geen oplossingen heeft. Dat is echter niet helemaal correct: je moet zeggen dat er geen reële oplossingen zijn. Spreek je af dat er een getal `text(i)` bestaat (waarvoor de bestaande rekenregels gelden) met als eigenschap `text(i)^2=text(-)1` dan heeft deze vergelijking als oplossing `x=text(i) vv x=text(-i)` . De letter "i" komt van "imaginair" en is bedacht door de wiskundige Leonhard Euler. Het getal `text(i)` is een voorbeeld van een complex getal. Ga er van uit dat je met `text(i)` kunt rekenen als een "gewoon" getal.
Stel je eens voor dat je de vergelijking
`x^2-2x+5=0`
wilt oplossen.
Met de abc-formule vind je . Er zijn dus geen reële oplossingen.
Door te rekenen met
`text(i)`
kun je schrijven en dan is
`x=1+2text(i) vv x=1-2text(i)`
. En nu heeft de vergelijking twee oplossingen...
Je kunt je een getal als
`z=1+2text(i)`
voorstellen als een vector in een
"gewoon"
tweedimensionaal
rechthoekig assenstelsel
`Oxy`
. Daarin beschrijf je vectoren door kentallenparen zoals .
Dit kun je ook als voorstelling voor het complex getal
`1+2text(i)`
gebruiken.
Het werken met complexe getallen als vectoren maakt een verbinding tussen getallentheorie
en meetkunde.
Bekijk de
Bereken .
Welke oplossingen heeft de vergelijking ?
Welke oplossingen heeft ?
Welke oplossingen heeft .
Welke oplossingen heeft .
Een complex getal heeft de vorm . Maar je kunt het ook voorstellen door een vector `((x),(y))` vanuit de oorsprong van een -assenstelsel.
Teken de volgende complexe getallen als vectoren: en
Waar zitten de gewone reële getallen in dit assenstelsel?