Los de vergelijking `z^2+2z+5=0` op.
Deze vergelijking kun je oplossen met door kwadraat afsplitsen: `z^2 + 2z + 5 = 0` wordt `(z + 1)^2 - 1 + 5 = 0` en dus `(z+1)^2 = text(-4)` .
Omdat
`text(-)4 = 4text(i)^2`
wordt de vergelijking
`(z+1)^2 = 4text(i)^2`
.
Dus vind je twee complexe oplossingen:
`z_1=text(-)1+2text(i)`
en
`z_2=text(-)1-2text(i)`
.
Deze vergelijking heeft geen reƫle oplossingen.
In
Leg uit waarom `text(-)4 = 4text(i)^2` .
Laat zien hoe je zo de twee oplossingen vindt.
Laat zien hoe je dit ook met de formule van Euler kunt doen.
Laat zien hoe je de vergelijking in het voorbeeld ook met de abc-formule kunt oplossen.
Los nu zelf op: .