Soms heb je echt veel verschillende gegevens. Bijvoorbeeld de lengtes van `90` meisjes. Dat noem je de ruwe data. Het maken van een frequentietabel levert dan weinig overzicht op. Daarvoor kun je beter de lengtes groeperen in zogenaamde "klassen" . Daarover gaat dit onderdeel.
Je leert in dit onderwerp:
Voorkennis:
(gewogen) gemiddelde, modus en mediaan van een hoeveelheid gegevens berekenen;
werken met (relatieve) frequenties en (relatieve) frequentietabellen;
werken met kruistabellen.